De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath}

Reageren...

Re: Re: Vierkantsvergelijking in het complexe vlak

Het is examenopgave Lissajous-Kromme van examen 2003 tijdvak 2, en dan is het vraag 14.
Op het tijdstip t = a bevindt het punt P zich in A en op het tijdstip t = π − a in B,
met 0 a 1/2 π. A en B liggen op een verticale lijn.(er staat daar ook nog een afbeelding bij)
14. bewijs dat de lengte van AB gelijk is aan sin(2a)
Ik begon als volgt:
AB=y(a) - y(p-a)
AB = sin(2a+1/3p) - sin(21/3p- 2a)
dan met behulp van de formule sin(t) - sin (u) = 2sin((t-u)/2)cos((t+u)/2) kom ik op het volgende:
2sin(2a-p)cos(11/3p)
nu weet ik niet meer hoe ik verder moet, op het antwoord model staat dat de volgende stap is:
sin(2a−π)= −sin2a
maar ik snap echt niet hoe ze hier ineens bij komen, welke formule ze gebruiken en of ze überhaupt een formule gebruiken.
kun je me hier alsjeblieft mee verder helpen? Ik heb dinsdag examen en zou graag weten waarom ik vast zit.
alvast bedankt!
Tessa

Antwoord

Op je formule kaart staan de formules :sin(p-t)=sin(t) en sin(-t)=-sin(t)
Combineren levert:
sin(2a-p)=sin(-(p-2a))=-sin(p-2a)=-sin(2a).
Je kunt dit ook inzien m.b.v. de eenheidscirkel of met de grafiek van de functie sinus.

Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!

Reactie:

Klik eerst in het tekstvlak voordat je deze knopjes en tekens gebruikt.
Pas op: onderstaande knopjes en speciale karakters werken niet bij ALLE browsers!


áâæàåãäßçéêèëíîìïñóôòøõöúûùüýÿ½¼¾£®©




$\mathbf{N}$ $\mathbf{Z}$ $\mathbf{Q}$ $\mathbf{R}$ $\mathbf{C}$
Categorie: Complexegetallen
Ik ben:
Naam:
Emailadres:
Datum:19-5-2024